HET GELUK VAN BOER MOUS
Begin 20ste eeuw ontwikkelde zich in Europa een wankel machtsevenwicht. Er waren sterk nationalistische stromingen in de verschillende landen. Frankrijk had na de Frans-Pruisische oorlog van 1870 Elzas-Lotheringen aan Duitsland verloren en wilde dit terug hebben. Maar Duitsland was op militair niveau een sterk land. Het was daarom dat Frankrijk zich genoodzaakt zag om een bondgenootschap te sluiten met Rusland. Ondertussen investeerde Duitsland in zijn marine waardoor de Britten verontrust raakten over hun hegemonie (overheersing) op zee. De Duitse Keizer Wilhelm II, geboren Friedrich Wilhelm Viktor Albert von Preußen (Potsdam, 27 januari 1859 - Doorn, 4 juni 1941), voerde een agressief politiek beleid. Hiermee vervreemdde Duitsland echter veel staten van zich. Deze laatsten vreesden dat hun eigen macht in het gedrang zou komen. Duitsland en Oostenrijk-Hongarije werden bondgenoot. Engeland had na de Tweede Boerenoorlog ook behoefte aan een bondgenoot. In de eerste instantie zochten de Engelsen toenadering tot Duitsland, die wezen dit echter af. Engeland werd daarop bondgenoot van Frankrijk en Rusland. De Duitsers zagen dit als een samenzwering tegen het Duitse Rijk. Bovendien maakten ze zich zorgen over het snelle herstel van Rusland na de nederlaag tegen Japan in 1905 en de daarop volgende revolutionaire onrust.
Frankrijk en Engeland met hun vele koloniën beheersten de handelsstromen. Voor Duitsland was geen plaats.
Afb.: Bondgenootschappen aan de vooravond van WOI. (© M.J. de Boevere)
Duitsland had een sterk leger en had de overtuiging dat een mogelijke oorlog wel in een Duitse overwinning moest eindigen. De nationalistische groeperingen hoopten dan ook op een conflict. Frankrijk pakten het door Duitsland geboden excuus aan en trokken ten strijde. In die tijd werd de oorlog geromantiseerd. Door de oorlog werd een mens beter, sterker, slimmer en volwassener. Jongens werden mannen, de werkeloosheid, het socialisme, het feminisme en de homoseksualiteit zouden door de oorlog verdwijnen. Als een oorlog éénmaal was gestreden zouden gouden tijden aanbreken. De economie zou herstellen en groeien en er zouden nieuwe carričremogelijkheden komen.
Voorafgaand aan WOI maakten de verschillende grote mogendheden plannen om "de eerste klap" uit te delen. Zo ontwikkelde generaal Von Schlieffen al in 1906 een plan. Frankrijk had zijn offensieve Plan XVII ontworpen. Rusland had een plan opgesteld om Oost-Pruisen te bezetten en op te rukken naar Berlijn.
Zondag 2 augustus 1914 vroeg Duitsland aan de Belgische regering om toestemming voor een vrije doortocht voor het Duitse leger naar Noord-Frankrijk. Duitsland gaf als reden dat Frankrijk het voorwendsel had om via Namen Duitsland aan te vallen. Uiteindelijk was het omgekeerde het geval. Duitsland wilde met een omtrekkende beweging via het neutrale België de Fransen in de rug aanvallen om zo door middel van een bliksemoffensief Parijs te veroveren. België wilde net als Nederland haar neutraliteit behouden en weigerde toestemming te geven voor de doortocht. Ondanks dat viel dinsdag 4 augustus om 9 uur 's morgens het Duitse leger België zonder oorlogsverklaring binnen. Engeland had, net als Frankrijk en Pruisen en Beieren, in 1839 de Belgische neutraliteit gegarandeerd. Het was daarom dat Engeland Duitsland dan ook direct de oorlog verklaarde.
Afb.: De Belgen waren zelfverzekerd (© M.J. de Boevere)
Luik was al op 7 augustus door de Duitsers ingenomen. Forten konden de zware bombardementen die op 4 augustus begonnen niet weerstaan. Vlakbij Diest sloegen de Belgen terug een kleine overwinning, daarna moesten ze telkens het onderspit delven. Koning, militaire staf en de regering die gevestigd waren in Brussel vestigden zich op 17 augustus in Antwerpen. Ondertussen zetten de Duitsers hun aanval in op Leuven, Mechelen en Lier. Eind augustus trok het ongetrainde en uitgeputte Belgische leger naar Antwerpen om daar op adem te komen. Echter, op 24 augustus begonnen de Duitsers Antwerpen te bombarderen. Ondertussen namen de vluchtelingen stromen toe. De Antwerpenaren waren nog steeds niet overtuigd dat zij door de Duitsers bezet zouden gaan worden. Ze bleven geloven in de kracht van de forten, die onneembaar zouden zijn. Daar kwam bij dat de Belgische legerleiding veel informatie achterhield. In kranten werd beweerd dat de gemeenteraad het volste vertrouwen zou hebben in de krijgsmacht. Ondanks de hulp van de Engelsen besloten op 6 oktober de legerleiding en de regering Antwerpen te verlaten. Diezelfde nacht vertrokken de eerste manschappen. Op 7 oktober verlieten de regering en de koning Antwerpen. Oostende werd de nieuwe hoofdstad van Antwerpen. Generaal Deguise kreeg de opdracht om met zijn manschappen Antwerpen zo lang mogelijk te verdedigen. Diezelfde dag verschijnt er in de kranten een bericht van de generaal. Hij adviseert de bevolking Antwerpen te verlaten of in de kelders van hun woningen te schuilen. Velen probeerden daarop via de Schelde, per trein, stoomtram, rijtuig en karren naar Nederland te gaan. De overgrote meerderheid ging te voet. Kinderen en ouderen, kleding en beddengoed werden op handkarren, kruiwagens en fietsen vervoerd. Mensen die zwak of ziek waren stierven langs de kant van de weg. Er werden op de barre tocht ook kinderen geboren. In de grensdorpen en doorgangsplaatsen werden woekerprijzen gevraagd voor eten en slaapplaatsen. Ondertussen waren de Duitse bombardementen op de binnenste forten gordel begonnen. Deze zouden 36 uur duren. Het Belgische leger had de olie en gastanks in brand gestoken om op die manier te voorkomen dat het in Duitse handen zou komen. Generaal Deguise trok zich samen met zijn manschappen in de nacht van 8 op 9 oktober terug op de linkeroever van de Schelde en hadden de bruggen opgeblazen. De Engelsen vertrokken naar Gent. De achtergebleven stadsbestuurders en het provinciebestuur wilden de bombardementen laten stoppen en gingen daarom 9 oktober in onderhandeling met de Duitsers. Er werd een overeenkomst getekend dat Antwerpen zaterdag 10 oktober 's middags zou worden overgedragen. De 35.000 militairen die zich nog in de forten bevonden, die nog in Belgische handen waren, werden in de nacht voor de overdracht op de hoogte gebracht. Zij zijn snel naar Nederland gevlucht. Op 10 oktober marcheerden de Duitsers zingend de stad binnen. De teleurstelling en verbazing sloeg toe toen bleek dat er geen sterveling meer in de stad was. In slechts 13 dagen was de onneembare vesting Antwerpen ten onder gegaan. Dit was slechts nog maar het begin van WOI, die uiteindelijk vier lange jaren duurde. De Belgische regering, bewust van de oorlogsdreigingen, kondigde op 31 juli 1914 de mobilisatie af. In totaal werden er 15 lichtingen soldaten opgeroepen. Elf lichtingen bestonden uit lotelingen. Deze waren gemiddeld wat ouder, de leeftijd kon oplopen tot 36 jaar. Zij waren in militair opzicht minder opgeleid dan de 3 lichtingen dienstplichtigen. Zij werden dan ook belast met de verdediging van de, naar men dacht, onneembare forten van Luik, Namen en Antwerpen. De jongste lichtingen kwamen bij het veldleger terecht (infanterie en cavalerie). België stond paraat met 200.000 manschappen, waarvan 20.000 vrijwilligers. Het motief van de vrijwilligers was de verontwaardiging over de schending van de Belgische neutraliteit en de wil om het land te verdedigen.
In Essen stonden over de periode 1899-1919 precies 989 mannen genoteerd die in aanmerking konden komen voor militaire dienst. 614 werden afgekeurd, vrij- of uitgesteld. Van de 375 resterende mannen waren er 105 die tijdens de oorlog onderdoken in Nederland of in het bezet België. Er gingen uiteindelijk 270 Essenaren naar het front. 80 van hen waren lotelingen van de lichtingen van 1899-1909. Zij hadden de pech dat ze een lot met een laag nummer hadden getrokken. 65 waren via Nederland naar Engeland gegaan om zich tijdens de oorlog vanuit Engeland vrijwillig bij het Belgische leger te vervoegen. 35 mannen meldden zich in Nederland bij de Belgische consul om op normale wijze gemobiliseerd te worden. In hun geval was dit over het algemeen niet vrijwillig. Er waren mannen die zich er op toelegden om dienstweigeraars op te sporen en deze dan bij de consul tegen betaling aan te brengen.
Onder de 170 mannen die volgens de reguliere weg naar het front gingen bevonden zich 2 zoons van Joannes Franciscus Mous, onder de Essenaren beter bekend als boer Mous, wonende op de boerderij aan de Werf. Boer Mous werd op 22 augustus 1861 in Kalmthout geboren als zoon van de landbouwer Adrianus Mous en Carolina Jacobs. Op 29 januari 1890 trouwde hij in Kalmthout met de pijprokende Philomena Jacoba Vanagtmael. Philomena was de dochter van Joannes Baptista Vanagtmael en Anna Maria Goossenaerts. Zij werd geboren op 18 april 1864 te Kalmthoutse Hoek. Het kersverse echtpaar ging in Kalmthout-Achterbroek gaan wonen. Daar kregen ze vier kinderen, onder wie twee zoons, Joannes Ludovicus Mous en Adrianus Henricus Mous. Medio 1897 of 1898 kwam het gezin naar Essen en ging aan de Werf wonen. Hier kregen ze samen nog vier dochters. In 1914 werden de twee zoons van boer Mous gemobiliseerd. Boer Mous zette het werk op de boerderij samen met zijn dochters voort. Hij rekende tijdens de oorlog geen woekerprijzen voor zijn producten en deed niet aan smokkel. Rijk werd boer Mous niet van de oorlog, zoals velen anderen wel. Hij stond er om bekend veel te doen voor zijn medeburgers en op te offeren voor hun welzijn. Hij was een bescheiden man, maar met de Essense kermis van 1919 pakte boer Mous toch een keer groots uit.
11 november 1918 begon de Wapenstilstand. Vier lange oorlogsjaren waren eindelijk voorbij. Burgemeester Buurmans was ernstig ziek en ook de secretaris Van Meel lag op zijn bed. Daardoor gebeurde het dat in Essen de Duitse vlag toch nog twee dagen bleef hangen. De doodendraad waardoor Essen van de rest van België werd afgescheiden werd verwijderd. Families die door deze draad jarenlang van elkaar gescheiden waren vielen elkaar weer in de armen. Essen betreurde 30 gesneuvelden. Hun namen staan op de gedenkplaten op de pomp op het Heuvelplein vermeld. De rest van de Essense soldaten werden druppelsgewijs gedemobiliseerd. De oudste lichtingen eerst en de jongste in september 1919. Boer Mous had een belofte gedaan "Keren mijn twee zoons levend terug uit de oorlog dan slacht ik een os voor alle Essense soldaten". Hij hield zich aan zijn belofte. Toen alle soldaten terug waren nodigde hij 8 september 1919 alle soldaten van Essen en omgeving uit voor een dankmaal. In optocht met de muziek voorop trokken de 310 genodigden door de straten naar de boerderij van boer Mous aan de Werf. Er werden een vette os, een vet kalf en een varken opgediend. De spijzen werden rijkelijk besproeid met het beste gerstenat. Na het feestmaal werd de boer in een rijtuig gezet en ging de menigte juichend en feestend het hele dorp door. In alle cafés werd een rondedans gedaan. In de smokkel-cafés klonk er daverend een rijmpje van Buk-vet enz. Er waren geen ongeregeldheden het plezier bleef de wraak hartstochten bedwingen. Maar voor het troepje egoďsten, woekeraars en uitbuiters moet dit toch een angstige middag geweest zijn. Voor boer Mous daarentegen was het een dag van buitengewoon geluk en een enorm grote voldoening.

Afb.: Familiefoto, links zit boer Mous met op zijn schoot een kleinkind en rechts zijn vrouw. Om hun heen de kinderen. (Bron: Essen in Beeld; © Betty Bennebroek)
De gemeente, door dit spontane volksfeest wakker geschud, kon niet achterblijven en organiseerde 5 oktober 1919 de officiële viering voor alle teruggekeerde soldaten. Er vond een officieel ontvangst op het gemeentehuis plaats. Het gemeentebestuur bracht een hulde aan de 30 gesneuvelden. In het Guldenboek werd een bladzijde opgenomen met de tekst "Hulde en nagedachtenis aan de gesneuvelden". Daaronder werden een twintigtal handtekeningen van ouders en weduwen gezet. Drie weduwen tekenden met een kruisje. In hetzelfde boek werd ook een handtekening door kolonel commandant du 5e de Ligne gezet en daarnaast prijkt de krabbel van boer Mous. De teruggekeerde soldaten werden gehuldigd met erewijn. In alle scholen werden de kinderen op chocolademelk getrakteerd en in de cafés was er dans.
Bron: De Geschiekundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom, Bergen Betrokken, 2014
Kon. Heemkundige Kring Essen, De Spycker, diverse nummers.
Bevolkingsregister Essen
Burgerlijks stand Kalmthout en Essen
Diverse websites
Fotoalbum
![]() |
Tentoonstelling - In en rond het Niemandsland (Oude Pastorij te Essen; dd 04-04-2015 t/m 29-04-2015) (56 afbeeldingen) |
|
Fotoalbum | ||
![]() |
||
Stoet Niemandslanders - Herdenking Wapenstilstand 2018 Essen; dd 11-11-2018 (71 afbeeldingen) |
||
Fotoalbum | ||
![]() |
||
Herdenking Wapenstilstand 2018 Essen (B); dd 11-11-2018 (121 afbeeldingen) |
||
Fotoalbum |